In een impuls besloot Wil Boots voor zichzelf te beginnen. De Beverwijker had pand noch plan, maar was wel gezegend met verkooptalent en een printer. In 31 jaar tijd groeide zijn bedrijf Patina Dakdenkers uit tot één van de grootste aanbieders van dakbedekking in het land.
Hard werken kreeg de bakkerszoon van huis uit mee. „Mensen beweren weleens dat ze tachtig uur in de week werken. Tachtig uur is veel hoor, denk ik dan. Mijn vader maakte écht zoveel uren. ’s Nachts bakte hij het brood en de moorkoppen. Overdag ging hij met de broodkar langs de huizen, terwijl mijn moeder in de winkel stond. Daarnaast moesten ze drie kinderen grootbrengen. Dat was geen sinecure.”
Hoewel hij als kind vaak een handje hielp, piekerde de bakkerszoon er niet over in de voetsporen van zijn vader te treden. „Al dat harde werken en dan nóg de centen bij elkaar moeten schrapen. En was mijn vader eens in de vijf jaar een dag ziek, was er meteen paniek. Dat wilde ik niet, maar verkopen vond ik wél leuk. Ik was er al snel op gebrand mijn eigen geld te verdienen, zelf mijn brommertje bij elkaar te werken, dus ik had allerhande bijbaantjes.”
Bij een Beverwijks dakdekbedrijf klom hij in tien jaar tijd op tot bedrijfsleider. Onderhandelingen over een promotie liepen echter stuk op Boots’ wens aandelen in het bedrijf te nemen. „Dat paste niet in het toekomstplan dat er lag. Dus zegde ik mijn baan op. Ad hoc. Ik wilde niet dat ik op mijn vijfenzestigste op mijn loopbaan zou terugkijken en denken dat ik de verkeerde keuzes gemaakt had.”
Een plan had hij niet. Zijn oude klanten mocht hij niet meenemen. „Maar ik had een printertje en daarop draaide ik een soort geloofsbrieven uit waarin ik mijn visie uiteenzette. Die brieven stuurde ik naar alle bedrijven die me interessant leken. En dan maar wachten tot de klanten kwamen.”
Een bedrijfspand was er nog niet; enkel een container waarin de rollen dakbedekking waren opgeslagen. „Bij het licht van een aansteker zocht ik de rollen uit, want verlichting had ik nog niet. Het geld van mijn eerste klus heb ik in een lamp gestoken.”
Een motto voor het kersverse Patina Dakdenkers was er al snel: ’Dakdenkers. Groot zijn door klein te blijven.’ „Naar die woorden wilde ik blijven leven, maar dat is niet helemaal gelukt”, grinnikt Boots. „Qua grootte zijn we nu nummer twee of drie in Nederland. Er staan 185 mensen op de loonlijst en constant worden er honderd anderen ingehuurd.”
Bedrijfskat
Ruim dertig jaar vlogen voorbij, vertelt Boots. Met een beetje nostalgie kijkt hij terug op de oude tijd, toen er na het werk nog gezamenlijk een biertje gedronken werd en bedrijfskat Tina het magazijn onveilig maakte: „Helemaal geel van de steenwol kon ze je naar de kuiten vliegen. Geweldig.” Nog altijd is Boots een harde werker. Op de mountainbike of de golfbaan kan hij zijn gedachten de vrije loop laten. De Beverwijker is ook voorzitter van de Raad van Toezicht van het Kennemer Theater.
Gevraagd naar de projecten waar hij trots op is, moet hij even nadenken. „Ik ben er de man niet naar overal trots op te zijn. We doen gewoon ons ding”, zegt hij. Vooruit, het plaatsen van de dakbedekking van twee pieren op Schiphol vormde een mooi project. Even later schiet hem nog iets te binnen: „Tijdens en na de stormen van vorige maand zijn er 3800 meldingen van stormschade bij ons binnen gekomen. Onze jongens gingen tijdens windkracht twaalf, helemaal ingesnoerd, de daken op om de boel weer waterdicht te maken. Dat je denkt, hoe moet dit goed gaan? Maar ze flikken het toch. Dan loop ik de hele dag met zowel een glimlach als kippenvel rond.”
Niet voor niks wordt op de website van Patina gesproken van ’dakhelden’ in plaats van ’dakdekkers’. Het beroep van dakdekker is in aanzien gestegen, zegt Boots. „Vroeger kwamen veel dakdekkers uit de onderlaag van de maatschappij. Als je het niet meer wist, kon je altijd nog ketelbinkie worden, of dakdekker”, vertelt Boots. „Nu zijn het keurige jongens met een verhaal, een ambacht. Er komt zelfs wetenschap bij kijken.”
Boots doelt onder meer op de verduurzaming van daken. „Denk aan zonnepanelen, groene daken en het bufferen van water op het dak. In circulaire zin hebben we nog wel een stap te zetten; er worden nog veel te veel oude daken gestort. Dat afval zou niet meer moeten bestaan. Op dat vlak hoop ik nog iets te kunnen betekenen.”
Bron: Noordhollands Dagblad van 18 maart 2022
Foto: FOTO STUDIO 2 MEDIA/GWENDELYN LUIJK