Roel Berghuis (vakbondsbestuurder voor FNV Metaal Tata Steel) en Friso de Zeeuw (voorzitter Economisch Platform Noord-Holland boven Amsterdam)
Tata Steel IJmuiden heeft het zwaar. Zeker niet alleen door de coronacrisis. Het Indiase moederbedrijf laat de Nederlandse vestiging al jaren opdraaien voor de structurele verliezen van de zusterbedrijven in Engeland. De directievoorzitter van Tata Steel Nederland, Theo Henrar die zich daar tegen verzette, werd onlangs de poort uitgezet. De Europese directie zal op aanwijzing van de Indiase eigenaar nu waarschijnlijk een zetbaas benoemen. Hij krijgt dan de eerder aangekondigde opdracht om een drastische reorganisatie uit te voeren, waarbij 1000 banen op de tocht staan.
Het bedrijf zal vervolgens naar verwachting weer in de etalage komen te staan, na het recent afketsen van de fusie met Thyssen Krupp. Mogelijk doemt een Russische of Chinese koper op. Het betekent een ongewisse toekomst voor bijvoorbeeld werkgelegenheid, innovatie en energietransitie.
Deze ontwikkelingen zijn zo schrijnend omdat Tata Steel wereldwijd tot de top behoort van de meest duurzame staalfabrieken. Tata Steel IJmuiden is winstgevend levert een belangrijke bijdrage aan de economische waarde in Noord-Holland en Nederland. Er werken 9000 mensen en 35.000 mensen in de regio danken indirect hun baan aan het bedrijf. In de omgeving leveren 3000 werkgevers aan het bedrijf. De omzet bedraagt 5 miljard euro en de toegevoegde waarde aan de Nederlandse economie is 2,9 miljard.
Momenteel zijn 350 leerlingen bezig met een opleiding voor mbo-3 aan de Tata Steel Academie. De opleidingen procestechniek, elektrotechniek en werktuigbouw zijn toonaangevend.
Dat de regering zich bekommert om de redding van de KLM, valt goed te begrijpen. Maar die zorg en actiebereidheid zou ook voor Tata Steel Nederland moeten gelden.
Daarvoor zijn een aantal redenen. In de eerste plaats staan de bedrijfseconomische continuïteit en de werkgelegenheid op het spel. Het bedrijf raakt financieel uitgeput door het wegsluizen van winsten, via de aandeelhouder, naar het Verenigd Koninkrijk.
Ten tweede ontbreekt het aan kapitaal om de kostbare verduurzamingsprogramma’s met kracht door te zetten. De voorgenomen investeringen in CO2-reductie en andere milieumaatregelen lopen in de tientallen miljoenen. Om een idee te geven: in de lege gasvelden in de Noordzee gaat de onderneming, samen met andere bedrijven, CO2 opslaan, een operatie met een enorme omvang. Het gaat om vier miljoen ton CO2 per jaar, vanaf 2027. Dat is aanzienlijk meer dan de taakstelling voor ‘verduurzaming’ van alle woningen en andere gebouwen in Nederland tezamen. Daarnaast gaat Tata Steel later stroom afnemen van de in zee gebouwde windmolenparken voor de staalproductie met waterstof.
Laatste argument. Deze maakindustrie heeft forse impact op de inwoners in de omgeving. Dat vraagt om een eigenaar die oprechte betrokkenheid heeft met die omgeving en ook met de medewerkers. Dat verhoudt zich slecht met een anonieme eigenaar die op afstand regeert ‘per PowerPoint’. Behoefte bestaat aan de Rijnlande bedrijfscultuur waarin naast winstgevendheid, een goede relatie met de factor arbeid en de omgeving tot de kernwaarden behoren.
Wij pleiten voor uitkoop door de Nederlandse Staat van Tata Steel IJmuiden uit Indiase handen, bij voorkeur samen met privaat kapitaal. Ook de provincie Noord-Holland – waar de verduurzaming van de economie hoog in het vaandel staat – zou mee kunnen doen.
Als het bedrijf zo in veilige handen komt, ontstaat ruimte voor het uitzetten van een nieuwe strategische koers.
De regering heeft recent kenbaar gemaakt dat zij nationalisatie van grote bedrijven in ‘uiterste gevallen’ wil overwegen. Zij ziet kapitaalsteun als uiterste redmiddel. Dit is zo’n uiterste geval waarbij een uitzonderlijk redmiddel moet worden ingezet. Want zonder ingrijpen op korte termijn dreigt het vitale bedrijf Tata Steel IJmuiden, met een spilfunctie in de Nederlandse maakindustrie, ten onder te gaan. Dat mag niet gebeuren.